Beleidskaders

BESTEMMING WINST

15 februari 2023

In een coöperatie zijn de leden gezamenlijk bepalend voor wat er gebeurt en dus ook welke bestemming er gegeven wordt aan de winst. Deze notitie bevat het kader voor besluitvorming dat is besproken op de ledenvergadering van 25 oktober 2022 en geeft houvast voor de besluitvorming die jaarlijks zal plaats vinden in de ALV.

Inleiding

De Energiecoöperatie IJhorst heeft statutair als doel om activiteiten te ontplooien op het vlak van duurzaamheid in de ruimste zin en daarbij te voorzien in de ‘stoffelijke’ en ‘ideële’ belangen van haar leden (art. 2). Naast de (financiële) belangen van de leden kunnen ook andere doelen in beeld komen; primair op het gebied van duurzaamheid maar ook andere maatschappelijke doelen zijn denkbaar.

De bedrijfsmatige activiteiten van de coöperatie op het vlak van energieopwekking worden mogelijk gemaakt door de inleg van kapitaal door de leden. Daar staat tegenover dat de leden kunnen rekenen op een jaarlijks vergoeding. De hoogte daarvan hangt af van de rijksregeling waar de coöperatie bij aanvang van een project gebruik van maakt.

    • Bij project Postcoderoos 1 wordt gebruik gemaakt van de Regeling Verlaagd Tarief en is het vergoeding afhankelijk van de hoogte van de energiebelasting. Bij de start van het project was bekend dat die belasting geleidelijk zou afnemen. Desondanks was de verwachting dat de leden hun investering in 8-9 jaar zouden terugverdienen met de te ontvangen teruggaaf van betaalde energiebelasting.
    • In het geval van project 2 en 3, waarbij de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking van toepassing is, is de opbrengst gedurende 15 jaar zeker omdat de subsidieregeling een vaste opbrengst per (gesubsidieerde) kWh garandeert.
      Naast de inkomsten uit de verschillende rijksregelingen zijn er inkomsten uit de verkoop van opgewekte stroom. Daar moeten de operationele kosten van de coöperatie mee gedekt worden, maar dan blijft er nog winst over.

Centraal uitgangspunt bij besluitvorming over de winst is dat de coöperatie -voor zover dat binnen haar vermogen ligt- alles doet om tegemoet te komen aan de verwachtingen die bij de start van de verschillende projecten zijn gewekt. Rendementen die echter substantieel uitstijgen boven die verwachtingen komen -in de geest van de statuten- in aanmerking voor besteding aan maatschappelijke doelen. Voor de besluitvorming wordt onderstaande procedure gevolgd.

Procedure winstbestemming
Het bestuur komt na afsluiting van elk boekjaar uiterlijk 2 weken voor de daarop volgende Algemene Ledenvergadering (ALV) met een voorstel over de winstbestemming en hanteert daarbij onderstaande uitgangspunten:
1.Centraal uitgangspunt is dat de deelnemers een vergoeding krijgen op het geïnvesteerde kapitaal, die tegemoet komt aan de verwachtingen bij de start van het project.
– Voor project 2 is de uitkering in de deelnemersovereenkomst voor 15 jaar vastgelegd, zijnde 10 cent per gesubsidieerde kwh of 10 cent per kwh van de werkelijke productie indien deze lager is als de gesubsidieerde productie. Ook voor project 3 is een vergelijkbare uitkering afgesproken.
– Voor project 1 is contractueel alleen afgesproken dat de leden jaarlijks recht hebben op teruggave van de energiebelasting via de energieleverancier. In 2022 heeft de regering de belasting echter boven de verwachting verlaagd, met als gevolg een tegenvaller voor de deelnemers. Ook voor deze deelnemers achten we een redelijke vergoeding op hun inleg wenselijk. Gelijk aan project 2 wordt 10 cent per geproduceerde kwh als uitgangspunt genomen. Het verschil tussen deze 10 cent en de ontvangen belastingteruggave wordt -bij voldoende voor uitkering beschikbare winst (netto resultaat plus afschrijving)- door de coöperatie aan de leden vergoed.
2. Indien in een jaar voor project 1 geen uitkering aan de leden plaatsvindt vanwege onvoldoende winstsaldo wordt de uitkering opgeschort. Zodra het winstsaldo hoog genoeg is vindt alsnog deze uitgestelde uitkering plaats.
3. Vanuit liquiditeitsoogpunt wordt per project een ledenreserve van € 5.000 aangehouden voor lopende uitgaven en onvoorziene kosten.
4. Na het bereiken van de liquiditeitsreserve en de uitkering aan de leden kan er sprake zijn van “overwinst”, die per project wordt vastgesteld.
In principe komt de overwinst in aanmerking voor bestemming aan maatschappelijke doelen. Maar de vraag blijft of dan het gehele bedrag daar aan besteed zal worden of dat er een nadere verdeling wordt gemaakt tussen uitkering aan de leden en andere bestemmingen: bijvoorbeeld 1/3e voor de leden en 2/3e voor maatschappelijke doelen.
5. Het bestuur komt uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de jaarvergadering (april-mei) met een voorstel voor besteding van de overwinst. Dat kan betrekking hebben op een bepaald doel voor dat jaar, maar het kan ook gaan om het opbouwen van een reserve teneinde later (grotere) uitgaven te kunnen doen.
6. Leden kunnen tot uiterlijk 1 week voorafgaand aan de jaarvergadering (per e-mail) tegenvoorstellen indienen. Deze zullen door het bestuur vooraf worden toegestuurd aan alle leden.
7. Alle voorstellen worden tijdens de ALV in stemming gebracht